maandag 17 februari 2020

Een Moskee op Zondagochtend.


Ik moest nog een dag volmaken in Jakarta voordat mijn vliegtuig naar Manado zou vertrekken en daarom liep ik op die zondagmorgen richting ‘Nasional Monumen – Monas’, waar dokars - paard en wagen - rondjes reden op het grote Vrijheidsplein en waarvan de mooist opgetuigde een prijs won. Nadat ik van zowel Monas als van de paarden genoeg kiekjes had geschoten besloot ik ook meteen naar ‘Istiqlal Mosque’ - de grootste moskee van Zuidoost Azië - te gaan, niet ver van Medan Merdeka vandaan. Op dat moment vroeg een in het pak gestoken man van middelbare leeftijd mij naar de tijd, waarna ik hem vroeg wat de beste plek zou zijn voor het maken van een foto van de moskee. Hij stelde zichzelf voor als Mr. Herman en hij was ‘toevallig’ ook daarnaar op weg, dus kon ik met hem meelopen. We kwamen bij een plek waar twee mannen met een peci (zwart hoofddeksel) op achter een tafel in de open lucht zaten, dus pakte ik mijn geld alvast. 

 ‘Nee’, zei Mr. Herman, ‘hier kunt u uw schoenen uittrekken’. Opeens was hij een gids geworden, maar ik liet hem z’n gang maar gaan. Een van die twee mannen met peci was ongemerkt achter ons aan gelopen. ’Er is geen airco of fan in de moskee, maar het is hier koel van nature’, vervolgde Mr. Herman, terwijl we de gebedszaal binnenliepen. Door de uitgekiende bouwwijze woei er een koel briesje door het marmeren gebouw, waardoor het er inderdaad zeer aangenaam aanvoelde. ’Uw koningin Beatrix is hier vijf jaar geleden ook geweest, evenals Mitterrand, Kohl en Nelson Mandela; vanaf deze plek kunt u de minaret goed fotograferen’, wat inderdaad het geval was, dus ik gehoorzaamde maar en maakte een foto. ’Alle gelovigen kijken naar die kant tijdens het gebed, Mr. Jan, en elk vakje op de vloer is voor een persoon. En daar buigen ze als het weer niet zo mooi is,’ hij wees naar een overkoepelde plek in het gebouw. ’En nu laat ik u de grootste gong van de wereld zien. Kijk,’ en hij wees op een reusachtig cilindervormig gevaarte vervaardigd van hout dat met een buffelhuid bespannen was. ’U kunt nu foto maken’. Ik gehoorzaamde maar weer. ‘En nu gaat u ervoor staan en ik maak foto van u, maar zet pet af.’ Dat deed ik, waarna hij de peci van de lijfwacht z’n hoofd haalde en die op mijn zojuist ontblootte hoofd plaatste. ‘Kijkt u maar die kant op’, klik. 



We liepen een paar marmeren trappen op en kwamen op een balkon dat uitzicht bood op een paar waringin bomen. ‘Die hebben de Hollanders driehonderd jaar geleden geplant Mr. Jan, en daar staat de katholieke kerk, naast de moskee als twee broeders, Mr. Jan.’  We gingen weer een marmeren trap op. ‘Hier is mooi uitzicht op Nasional monumen en daar is Nasional museum, maak maar foto.’ Dat deed ik, terwijl ik naar de teller van mijn camera keek, die ik voor vertrek van een nieuwe film had voorzien en nu alweer op 24 stond, klik. ‘En nu gaan we nog hoger omdat u het bent Mr. Jan, de toeristen komen hier nooit. De roestvrijstalen trap is door de Bundesrepublik geleverd, terwijl het marmer van Saudi-Arabië afkomstig is. Het is hier boven wel een stuk warmer Mr. Jan, maar de moeite waard.’  We liepen de brandtrap op die naar het uiterste puntje van de moskee voerde, maar waar het uitzicht belemmerd werd door een koepel van ongewassen ruiten. Hier zei Mr. Herman niet dat ik moest fotograferen. Nadat we weer een etage lager waren gekomen zei hij: ‘nu gaan we rusten,’ terwijl hij naar een granieten bank wees. Ik haalde mijn fles mineraalwater te voorschijn, maar Mr. Herman diepte uit z’n aktentas een stapel in cellofaan verpakte ansichtkaarten op. 

Twintig stuks Mr. Jan, hier minaret, daar Nasional monumen, deze met achtergrond katholieke kerk, voor u Mr. Jan, voor maar Rp.50.000. Nu begon ik het te begrijpen, de hele vertoning was weer een valkuil geweest, ik had het toch kunnen weten. ‘Maar Mr. Herman’, begon ik, met moeite mijn vriendelijke toon bewarend, ‘ik heb zojuist zelf al die plaatjes geschoten, deze heb ik dan niet meer nodig.’ Maar Mr. Herman liet zich niet in de kaarten kijken; ‘alle toeristen kopen ze, heus, zo mooi krijgt een amateur ze niet.’ ‘Nee dank u wel,’ zei ik beslist, ‘die van mij zijn trouwens dia’s en zo mooi zien de toeristen die weer niet.’ Zo, daar had hij niet van terug. Maar toen begon hij uit een ander vaatje te tappen; ‘u moet mij maar Rp.50.000. betalen voor de rondleiding en onze lijfwacht Rp.20.000.’ Ik begon te balen, maar zoals ik me had voorgenomen hield ik me in en betaalde maar. Toen gaf Mr. Herman het nog niet op: ‘ik heb u naar hoogste plek gebracht Mr. Jan, en dat kost nog eens Rp.50.000., voor algemene kas, begrijpt u?’ 

  Ik begon te koken. ‘Ik moet nu naar het Gambir station, als u mij toestaat,’ en ik liep al een paar treden naar beneden. Haastig liep hij me na, terwijl hij uitlegde dat hij voor z’n lunch ook die kant op wou. Bij het bureau aangekomen waar onze schoenen stonden trok ik deze snel aan en zei haastig ‘thanks’ tegen de heren met de peci op en liep in de richting van het station, op de voet gevolgd door Mr. Herman. ‘In Indonesië zeggen we altijd “terima kasih,” Mr. Jan en in plaats van you welcome “sama sama” ’, hoorde ik ‘m achter me met een hijgend stemgeluid zeggen. ‘En Rp.50.000 is voor algemene kas, heus, alle toeristen betalen, u toch ook ?’ M’n geduld was op. 


 ‘Moet u eens goed luisteren Mr. Herman. Ik heb u en die lijfwacht genoeg betaald en als u dat niet genoeg vindt roept u maar de politie. Denkt u dat die briefjes met Soeharto erop aan mijn rug groeien? Ik heb een heel jaar gespaard om naar Indonesië te kunnen komen en in Holland woon ik in een gewoon rijtjeshuis, zeer eenvoudig Mr. Herman. Ik bezit geen auto en rijd gewoon op een fiets. Als u wilt roept u de politie, maar ik betaal geen rupiah meer!’ Mr. Herman begon zenuwachtig te lachen en hield een wijsvinger voor z’n mond terwijl hij naar mensen wees met z’n andere hand, ten teken dat ik mijn volume moest temperen, daar andere mensen konden meegenieten. ‘Laat ze maar horen wat een oplichter u bent, Mr. Herman,’ zei ik met hetzelfde stemvolume, niet van plan me nog enigszins in te houden. Hierop schoot hij haastig een Padang eethuis in, waarna ik op een bajaj afliep en me daarmee terug naar mijn guesthouse liet rijden. 







 
 










Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een Moskee op Zondagochtend.

Ik moest nog een dag volmaken in Jakarta voordat mijn vliegtuig naar Manado zou vertrekken en daarom liep ik op die zondagmorgen richt...